Trophée de Bourgogne, een zeer gewaardeerde uitstap van het BTCS-seizoen die stond voor de derde en vierde manche van het glamoureuze BTCS-kampioenschap. Spork Racing tekende opnieuw op met 2 Seat Leon Supercopa’s, bestuurd door respectievelijk Jimmy Adriaenssens – David W. Nye (n° 45) en Wim De Graef – Kris Van Kelst (n° 51). Het Spork Racing Team dat er duidelijk niet vies van was om dit weekend een zonnige vakantiesfeer te combineren met een uitstekende organisatie tijdens de races kon met voldoening terugblikken op de Franse uitstap.
“We hadden de setup van vorig jaar overgenomen op de wagens mits nog enkele vernieuwingen, maar al vlug bleek in de eerste kwalificatiesessie dat we het potentieel van onze Spaanse bolides niet ten volle konden benutten. De teamleden zijn na deze eerste sessie dan ook onmiddelijk beginnen te sleutelen en al vlug bleek het werk te lonen. Met amper 6 tienden van een seconde achter op de snelste Supercopa in de tweede kwalificatie konden we met volle moed aan de races beginnen.” aldus een gemotiveerde Jimmy Adriaenssens.
Kris Van Kelst: “Ik nam de start van de eerste race voor mijn rekening in wagen n° 51 maar kon nog niet onmiddelijk het ritme vinden. Dit was mijn eerste echte race met deze wagen, op een minder bekend circuit als Zolder of Spa, maar toch kon ik al aardig mee met de andere Supercopa’s. Daarbij hebben we de afstellingen van wagen n° 45 mogen overnemen en verschenen er mooie tijden op de chrono. Als ik nog wat meer uren kan vertoeven in de Spanjaard ben ik ervan overtuigd in Spa op 18 juni zeker te kunnen meevechten in de voorste gelederen.”
Wim De Graef die wagen n° 51 mocht besturen in de start van de tweede race kwam zeer goed weg maar moest zwaar in de remmen voor een S2-silhouette die voor hem grandioos in de fout ging: ” Ik was goed uit de startblokken geschoten en kon onmiddelijk opschuiven in het peleton. De race zag er veelbelovend uit tot ik een ongezond manoeuvre moest maken voor een spinnende S2. Ik moest vol in de remmen om een aanrijding te vermijden en kreeg daardoor een flat-spot op mijn linkervoorband. Ik voelde onmiddelijk dat er tot diep in de band was geschuurd maar was toch opgelucht verdere schade te hebben vermeden. Tot het uiterste gaan in mijn stint was helaas wel niet meer mogelijk. Door die flat-spot was de wagen in onbalans en de grip was ver zoek. Ik moest aanzienlijk vroeger in de remmen en in alle rechtse bochten moest ik ten opzichte van anderen veel gas terugnemen. Ik besloot zo vroeg mogelijk binnen te komen tijdens de pilotenwissel en deze band te laten vervangen. Er wachtte Kris dan ook een zware taak de verloren tijd terug in te halen.” Kris die het tweede deel van de race afwerkte blikte met gemengde gevoelens terug op zijn stint. “Hoewel de kale band vervangen was voelde ik toch wel dat de wegligging van de wagen minder was als in de eerste race. Doordat Wim niet kon rekenen op zijn linkervoorband moest hij de wagen anders belasten en dat had invloed op de rest van de wagen. Ik moest helaas een kleine seconde per ronde laten vallen en dat kwam de strijd voor een top drie plaats niet ten goede. We besloten de tweede race net niet met een podiumplaats maar zijn er vast van overtuigd dat als Wim niet zo hard in de remmen moest voor die S2 er meer inzat. We zullen dit tijdens de 12h de Spa dan ook duidelijk bewijzen en het daar tactisch trachten te verwezenlijken!”
Jimmy Adriaenssens: “Doordat we in race 1 nipt naast het podium eindigden opteerden we voor een andere taktiek. Doordat David en ik in de eerste race tot het uiterste wilden gaan hadden we linksvoor een band gewisseld tijdens de pilotenwissel. Helaas zat dit wiel geklemd en verloren we enkele kostbare seconden. Na de race maakten we de balans op en zagen we dat we nipt wel maar misschien ook niet op het podium hadden geëindigd dus gooiden we de boeg om voor de tweede race. Daar ik de tweede race diende te starten lag het heft in mijn handen. Ik was zeer goed weg en kon onmiddelijk 6 plaatsen opschuiven in het algemene klassement, ik hong onmiddelijk tweede in T3S en wachtte af hoe de wagen reageerde op mijn offensieve eerste ronden. Al vlug nam de wegligging van de wagen af doordat de banden te hoog in temperatuur opliepen en ik besloot gas terug te nemen. Ik liet de leider voor wat hij was met het idee geen banden te moeten wisselen en David een frisse wagen te kunnen geven voor de tweede stint. Dit lukte zeer aardig aangezien mijn banden nog meer als half waren in de helft van de race. Na een snelle pitstop kwam David als vijfde de baan op en begon onmiddelijk een gevecht met wagen n° 38.”
“Na een hele stint van haasje-over met wagen n° 38 hong ik op vijf minuten van het einde op een vierde positie. Ik wist dat als ik wagen n° 38 kon inhalen we het weekend besloten met een podiumplaats. Ronde per ronde viel ik aan maar ondanks de moeite sloeg ik er niet in beslag te leggen op derde positie. Toen ik de laatste de ronde inging lag ik 15m achter op mijn concurrent en het was in een remzone dat ik eindelijk het verschil kon maken. Ik remde hem uit en het was slechts nog een kwestie van mijn derde positie behouden. Mits enkele gewaagde aanvallen kon ik de andere afhouden en het team was dan ook dol van vreugde toen ik als derde de rechte lijn op kwam!” aldus een uiterst tevreden David W. Nye.
Momenteel bereidt het Spork Racing Team beide wagens voor op de zwaarste beproeving van het BTCS-kampioenschap, de 12h de Spa (17 – 19 juni). “Het is daar dat beide wagens willen uitblinken en op tactisch vlak het verschil met de concurrentie willen maken. Het niveau in de Seat-klasse ligt hoog, onwaarschijnlijk hoog, maar we kijken er vol genoegen naar uit!” aldus teammanager Herman Adriaenssens.